De laatste dag op Kefalonia, “ons” mooie eiland. We wilden een wandeling gaan maken door het natuurpark van Kefalonia, Ainos National Park. Nu lopen de kaarten en de routebeschrijvingen niet altijd even synchroon met de werkelijkheid in Griekenland.
Zo hebben we op een dag uren gezocht naar een witte brug.
Op de weg van Argostoli naar Sami scanden we de linker en voor alle zekerheid ook de rechterkant van de straat af naar het startpunt van wat de mooiste wandeling van het eiland zou zijn. Nergens zagen we een boog of voet van een brug. In Sami aangekomen keerden we om en zochten opnieuw de weg af. Dit keer letten we op een berg overwoekerde witte stenen, ruïnes en nieuwe bruggetjes, we ondervroegen de naburige bevolking maar we hebben het begin van die wandeling nooit gevonden.
Tijdens de wandeling op de laatste dag waren we dus gewaarschuwd!! We moesten na afloop nog naar het vliegveld rijden en de huurauto inleveren. Omdat we een fikse deuk hadden opgelopen kon dat wel eens wat langer gaan duren. Bovendien wilden we voor vertrek nog een laatste keer gezellig samen in een echt Grieks restaurantje de lekkernijen van het eiland proeven. Er mocht dus niets onverwachts gebeuren.
We reden over een door de Europese Unie gesubsidieerde peperdure weg naar de top van de berg, de Ainos, 1628 meter hoog. Daar parkeerden we bij de grote antennes die hun signalen uitzenden over alle ontvangers van het hele eiland.
Het was 20 graden op deze hoogte, lekkere wandeltemperatuur. We stapten goedgemutst in de richting die de pijlen aangaven. De wandeling die we vooraf uitgekozen hadden was volgens de beschrijving 8,5 km en na een uur hadden we al 5 km gelopen, “ervaren wandelaars die we zijn kunnen we dat wel aardig inschatten”, zeiden we tegen elkaar. Maar we sloegen de waarschuwing niet in de wind en keken goed uit naar bordjes. De bordjes die we onderweg tegenkwamen toonden allemaal hetzelfde symbool, een gele ruit. Andere bordjes hadden geen leesbare voorkant meer en konden van alles betekenen.
We moesten nu ongeveer 12 km gelopen hebben en niets wees erop dat we bijna aan het einde van onze route waren aangekomen. Het was ons wel opgevallen dat we eigenlijk constant afgedaald waren!
Op een vlak stuk aangekomen zagen we voor het eerst een plattegrond en ontdekten dat het park een oppervlakte heeft van 2.862 hectare!, dat is ongeveer 5600 voetbalvelden en een doorsnee van ongeveer 14 kilometer! Dat is verdomde groot. En als je verdwaald bent is dat nog véél groter! Op de plattegrond konden we wel ongeveer zien waar we op dit moment stonden en dat was helemaal fout! De afstand tot de antennes was maar 4 kilometer. Maar aan de hoogtelijnen op de kaart konden we zien dat we ongeveer 800 meter lager zaten dan de auto! “Is dat veel?” vroeg Ella. “Geen idee, ik ken alleen 800 meter recht vooruit en dat valt wel mee” zei ik als ervaren wandelaar.
Er zat, gezien de tijd, gewoon niets anders op dan in zo recht mogelijke lijn naar boven te lopen. Via de trap die iets verderop begon. De beklimming van de trap gemaakt van boomstammen met hekjes ernaast ging goed. Althans dat constateerde ik na 25 meter omhoog te zijn gegaan. Het was alsof je een gewone trap in huis opgaat met af en toe een overloop van 20 meter naar de volgende trap. Op honderd meter hoogte droop het zweet van mijn hele lijf en ik ging uitgeput op een hekje zitten dat gebouwd was van stevige palen. Ik had echter niet gezien dat deze maar met één spijker vastgemaakt waren aan de staanders. Ik zakte er meteen doorheen en rolde een paar meter naar beneden. Mijn hand bloedde, maar ik besefte dat ik geluk had gehad omdat de steile helling bezaaid was met rotsen.
Langzaam, trede voor trede, met veel tussenstops klauterden we omhoog. Het water was al op en we hadden nog ongeveer 4,5 uur om op het vliegveld te komen.
Ken je dat als je aan de grens van je kunnen bent? Je wordt wanhopig. Paniek zit vlakbij. Ik wilde niet meer verder. Ik vermoedde dat we nog niet halverwege waren. Mijn knieën deden pijn. Ik wilde gaan zitten en de eerste uren niet meer bewegen. We zouden het vliegtuig missen. Het huilen stond ons nader dan het lachen. Op dat punt waren we gekomen. Op een of andere manier ploeterden we toch verder. Verder naar boven. Om de 10 treden moesten we uitrusten. 10 treden dat is ongeveer 4 meter omhoog! Nog 500 meter te gaan!
Uren verstreken. Telkens als we hoopten dat de bomen eindelijk eens plaats zouden maken voor een stuk open lucht zagen we tot ver boven ons de irritante hekjes die erop duidden dat er voorlopig nog geen einde kwam aan onze ellende.
Ik had honger en we verlangden hevig naar water of nog liever naar een koude fles bier. Mijn schatting zei dat we nu bijna bij de auto moesten zijn, maar achteraf bezien waren we op het moment dat ik dat dacht nog minstens 300 meter ónder dat nivo. Als ik dat toen geweten had was ik daar gebleven, had een nest gebouwd van kreupelhout en gedroogd gras en had de rest van mijn leven gesleten met het afgeven op de godvergeten laksheid van de Grieken die enkele miljoenen euro’s hadden ontvangen om een weg naar de top van deze berg aan te leggen maar niet de moeite hadden genomen om een paar richtingaanwijzers langs een wandelroute te plaatsen zodat wandelaars hier niet tot hun dood als spoken hoefden rond te waren.
Het was veel later. Ik herkende voor het eerst sinds 5 uur iets aan de omgeving en plotseling zagen we een weg! Ik vermoedde daarom dat het een fata morgana moest zijn. “We hebben in een kringetje gelopen!”zei ik met een diepe zucht. “Huh?, maar dat is ook de bedoeling!”zei mijn stoere vriendin die nog wel bij zinnen was. Deze onverharde weg was de weg waar we onze wandeling begonnen waren! Ik kon het niet geloven! Het kon niet waar zijn!
We kropen naar boven naar de laatste trede van de trap waarvan ik een half uur geleden nog gezegd had dat er geen einde aan kwam. We lachten hard en opgelucht. Onze stemmen weergalmden tegen de rotsen en echoden ver het dal in waar we vandaan kwamen. Op onze laatste energie strompelden we terug in de richting van de plek waar de auto moest staan.
Plotseling zagen we het grote billboard waar een lang verhaal stond over de natuurlijke habitat van het park. We hadden er even snel overheen gelezen omdat we graag aan de wandeling wilden beginnen. We liepen er recht op af en bij nadere bestudering van de kleine lettertjes in het Grieks en in het Engels helemaal onderaan lazen we “neem direct na dit bord de eerste afslag rechts de trap op. Na 100 meter kunt u een van de routes kiezen. De verschillende routes worden met gekleurde tekens aangegeven”
Verder naar beneden ontdekte ik nog het gele ruitje waar met bijna onleesbare letters achter stond: pas op! route alleen voor transport! Op dat moment haatte ik Griekenland. Ik haatte Kefalonia, ik haatte de Europese Unie maar ik haatte vooral mezelf!
We hadden nog 2 uur tijd voor we naar het vliegveld moesten en we reden naar het typisch Griekse restaurant dat we hadden gezien op de heenweg. Er zaten een paar Grieken te kaarten. Eén van hen sprak goed Engels, hij had 16 jaar in de VS gewoond.
We bestelden ijskoud water, ijskoud bier, ijskoude Robola, Kefaloniaanse witte wijn, inktvis, in olijfolie gebakken verse friet, zaziki, souvlaki, dolmadakia en nog vele andere overheerlijke Griekse gerechten waar ik de naam van vergeten ben maar die nog nooit zo lekker gesmaakt hadden!!
Plotseling klonk er een vriendelijke, lachende stem uit de richting van de kaarttafel: “is ’n it time for you to go to the airport?”
Eric
Wil je elke week een spannende ervaring lezen. Klik dan op VOLGEN helemaal linksonder op de pagina! Je krijgt dan een bericht in je mail!
8 Reacties
Geweldig verhaal.
Thanks Josefa!
Prachtig verhaal
Bedankt voor je reactie Josefa!
Ha Eric, als fervent Griekenland liefhebster heb ik deze wandeling met je meegelopen, voelde bijna wat jullie voelde! Zo herkenbaar, ook wij zijn wel eens verdwaald in de Griekse bergen. Goed geschreven! Verheug mij op het volgende blog! Groetjes, Anneliese (Oma van Nu- Vrouw van Nu)
Hoi Anneliese, bedankt voor je fijne reactie! Dat stimuleert om door te gaan! Super! Groetjes Eric
Leuke verhalen Eric!
Dank je wel Maril! Dit weekend komt het vervolg!