WRAAK DEEL l
Johan Hansen, voormalig directeur van AFC Holding en inmiddels alweer 5 jaar gepensioneerd, vermaakt zich uitstekend op de receptie ter ere van het 50-jarig jubileum van de zaak op het hoofdkantoor in Amsterdam, waarvoor hij al maanden geleden is uitgenodigd. Ze hebben flink uitgepakt met een goede band en een weelderig buffet. De champagne stroomt overdadig en de kaviaar smaakt hem voortreffelijk. Sinds hij ongeveer een maand geleden, speciaal voor deze avond, is begonnen met een streng dieet en met regelmatig fitnessen zit zijn maatpak hem als gegoten. Hij heeft zelfs een paar keer onder de zonnebank gelegen, niet te vaak want dan wordt het ordinair. In de spiegel op de toiletten ziet hij dat zijn zilvergrijze haar goed past bij de lichtbruine teint van zijn gezicht. Hij flirt met de serveersters, hij lacht en drinkt en praat met oud-collega’s en stelt zich zelfverzekerd voor aan het nieuwe management, allemaal energieke jonge knullen, die zijn reputatie kennen. Tot jaren na zijn pensionering heeft hij nog advies gegeven aan het management van AFC en omdat hij een uitgebreid netwerk heeft binnen veel belangrijke internationale bedrijven geniet hij nog steeds een groot aanzien.
Rond 23:00u neemt hij afscheid van alle belangrijke mensen. Hij is een beetje aangeschoten, daarom wil hij naar huis. Als een gastvrouw hem in zijn jas helpt tikt hij haar op haar billen. ‘Dat had u niet moeten doen,’ zegt ze ijzig. Hij lacht naar haar maar haar gezicht blijft uitdrukkingsloos, ze doet hem aan iemand denken, die vroeger bij de zaak werkte.
Hij loopt naar de parkeerplaats achter het gebouw. De lucht voelt nog warm aan en terwijl hij het nummer van Adele fluit, dat de band zojuist speelde, wandelt hij in de richting van zijn witte Audi R8 cabrio. De lucht is helder. Het ruikt naar hooi. Hij neemt zich voor om niet te hard te rijden. Plotseling gaan zijn nekharen overeind staan. ‘Is het nou inbeelding?,’ denkt hij. Het voelt alsof er iemand naar hem staat te kijken. Hij draait zijn hoofd rond en speurt de donkere parkeerplaats af. Er is niemand te zien. Toch voelt hij iets. Bovenin het gebouw zijn alle lamellen dicht. De muziek dreunt door het dubbele glas van de grote ramen en komt in golven over de parkeerplaats heen. Als hij roept zal niemand hem horen. Een huivering schiet door zijn lichaam, maar hij vermant zich. ‘Zal wel de drank zijn,’ denkt hij. Langzaam rijdt hij door de rijen geparkeerde auto’s naar de uitgang en drukt dan pas op de knop waarmee hij het dak opent. Dan geeft hij gas en stuurt zijn auto in de richting van de polder. Na zijn pensionering heeft hij daar een boerderij gekocht een eind buiten de stad.
Het eerste stuk is snelweg en na een half uur remt hij af en neemt de afslag in de richting van het dorp waar zijn woning in de buurt ligt. Het is nog maar een kleine tien kilometer. Zijn vrouw zal blij zijn als hij weer veilig thuis is, ze maakt zich altijd zorgen als hij ’s avonds nog ergens heen moet. Morgen heeft hij weer een hoop te vertellen. ‘Wie was die vrouw ook weer eens,’ denkt hij en hij vermindert zijn snelheid nog meer. Ze had zo’n heerlijke kont dat hij het niet kon laten er een klapje op te geven. Het is tenslotte toch ook lager personeel? Als dat niet eens meer mag. Ik begin echt steeds meer dingen te vergeten, denkt hij. Zou de Alzheimer al toeslaan? Nu ik alles zo goed voor elkaar heb. Een geweldig huis, een heerlijke vrouw, af en toe een avondje met vrienden. En dan nog de sexy Monique, die hij af en toe bezoekt. Hij zou daar nu wel naartoe willen gaan. Even een heerlijke wip zou hem goed doen en werkt als het beste slaapmiddel. Hij denkt aan haar mooie ronde billen en haar gebruinde benen. De B-weg kronkelt tussen de landerijen door en het is nu helemaal donker. Op de stille landweg, waar geen straatverlichting is, kijkt hij met bewondering naar de prachtige sterrenhemel boven hem en droomt ervan om in zo’n capsule door de ruimte te reizen. Dan schiet er een V-formatie ganzen door het beeld. Ik heb gemiddeld nog zo’n vijftien á twintig jaar voor me, denkt hij. Ik kan nog zóveel gaan doen. Eerst maar eens een lange vakantie en dan dat boek over defensief ondernemen. De geur van het land dringt zijn neus binnen. Plotseling ziet hij koplampen in de achteruitkijkspiegel.
Ze komen dichterbij. Er rijdt hier bijna nooit een auto ’s avonds zo laat, denkt hij. Hij voelt zijn hart iets sneller kloppen. Zijn zintuigen zijn ineens gefocust op zijn achtervolger. Telkens als hij in de spiegel kijkt zijn de lichten weer feller en groter. Hansen geeft ook wat meer gas. De chauffeur achter hem rijdt een stuk harder dan hij. Niet zo slim, om zo hard te rijden op dit soort wegen, denkt Hansen. Hij voelt zich niet zo op zijn gemak op deze verlaten, donkere weg met één ander voertuig dat hem met een grote snelheid nadert. Je weet maar nooit wat er gebeurt. Misschien is hij wel op de vlucht! Hij vliegt over het houten bruggetje wat Hansen net achter zich heeft gelaten. De chauffeur rijdt als een bezetene. De lichten slingeren door het landschap en schieten van boven naar beneden. De achtervolger komt steeds dichterbij. Het licht knippert tussen de bomen door. De weg is veel te smal om zijn brede Audi in te halen realiseert hij zich plotseling. Wat heeft dit te betekenen, verdomme, zegt hij hardop.
Zou het iemand van het bedrijf kunnen zijn, iemand die hem nog iets belangrijks wil zeggen? Of heb ik misschien iets laten liggen? Hij voelt aan zijn borstzak. Mijn telefoon heb ik bij me. Hansen zoekt in het licht van de koplampen of hij al bij de afslag naar de jachthaven is die hij in geval van nood kan inslaan of een plek waar hij de auto even langs de weg kan zetten. Hij begint zich nu echt ongemakkelijk te voelen. Misschien is het wel een overvaller. Er is niemand in de buurt om hem te helpen. Hij denkt erover om zijn telefoon te pakken en iemand te bellen, maar hij moet nu alle aandacht bij het stuur en zijn achtervolger houden. Het zweet staat op zijn voorhoofd. De lichten zijn nu tot op een kleine twintig meter genaderd en hij begint zich nu echt zorgen te maken. Zou die gek dronken zijn? Ziet hij mij niet? Hij drukt een paar keer op de rem. Dan zet hij zijn alarmlichten aan. Het heeft geen effect op zijn achtervolger.
De lichten worden groter en groter en hij hoort nu de motor razen. In de bochten schakelt hij terug, geeft dan meteen extra gas en schakelt dan weer naar een hogere versnelling. Hansen geeft nog meer gas. De afstand tussen beide voertuigen is nu nog hooguit tien meter en nog vermindert hij zijn snelheid niet! Het kan niet lang meer duren of hij knalt tegen me op! Het zweet breekt Hansen nu aan alle kanten uit. Hij speurt de donkere berm opnieuw af om een plek te vinden waar hij van de weg af kan zodat die idioot hem kan inhalen, maar in het licht van de koplampen ziet hij alleen maar bomen. De afstand is nu zo klein geworden dat hij het voertuig kan zien! Het is een metallic kleurige pick-up! Zo’n grote Ram Van. Ineens schiet hem de inham in de weg te binnen niet ver voor de afslag. Daar is hij weleens gestopt om een plas te doen, toen kwam hij ook van een feestje. Het kan niet ver meer zijn. Daar kan hij van de weg af. De pick-up zit nu bijna op zijn bumper! De grote lichten verblinden hem en zijn hart bonst in zijn keel. Hij drukt automatisch het gaspedaal nog wat dieper in.
Dan hoort hij een hels lawaai. De achtervolger laat een soort brul horen als van een wild dier, dat hij aan de kant moet gaan. Daar is de bocht met de inham, hij gooit het stuur naar links en trapt met volle kracht op de rem. De Audi schampt een boom, maar hij schuift precies tussen de bomen door naar de open plek. Met een zucht van verlichting hoort hij de achtervolger voorbij stormen. Maar dan staat zijn hart stil van schrik. De Audi blijft doorschuiven, zijn snelheid was veel te hoog om deze auto zo plotseling tot stilstand te kunnen brengen. De logge auto glijdt door en Hansen rukt aan zijn gordel om eruit te springen. Al zijn spieren zijn gespannen. Hij probeert het knopje te vinden maar hij voelt de auto schuiven en kantelen. Hij weet niet wat er gebeurt, maar hij hoort een plons en tegelijk een enorm gekraak. Hij is even buiten bewustzijn. Als hij weer bijkomt voelt hij een vreselijke pijn in zijn schouder en het bloed is naar zijn hoofd gezakt. Hij ruikt benzine. Zijn armen hangen naast zijn hoofd naar beneden, hij hangt in de veiligheidsgordel. Hij voelt iets vreemds, zijn handen hangen in het water. Snel trekt hij ze eruit en grijpt naar zijn mobiele telefoon in het zakje van zijn overhemd. Maar te laat denkt hij aan zijn vreemde positie en meteen als hij het knoopje losmaakt voelt hij het apparaat tussen zijn vingers door, langs zijn hals glijden en hoort het in het water plonzen. In een reflex grijpt hij er nog naar, maar het is te laat. Hij vloekt en begint te beven van angst, de lichten van zijn auto gaan uit en de motor houdt ermee op. Het is pikkedonker en een tijdlang hangt hij daar, half bewusteloos. Hij wiegt nog steeds een beetje op en neer. Hij probeert zijn gedachten te ordenen. Ineens klinkt weer geluid van een voertuig dat langzaam dichterbij komt, van de andere kant. Is het die wegpiraat? Is hij teruggekomen om me te helpen? Nee, het is een veel lichter geluid. Híj heeft niet eens kunnen zien dat mijn auto is omgeslagen. De motor wordt uitgezet. Verdomme! Waarom doet hij die lichten uit!
Er nadert iemand. Hansen houdt zich doodstil.
De pijn in zijn schouders wordt bijna ondraaglijk en de champagne komt in zijn maag omhoog. Hij hoort het slootwater tegen de carrosserie klotsen. Dan ziet hij de flitsen van een zaklamp. Het lange gras zwiept tegen snel bewegende benen aan. Iemand daalt af naar de sloot en ineens voelt Hansen het wrak op en neer bewegen! De onbekende duwt tegen de omgeslagen auto. ‘Nee!,’ schreeuwt hij. Zijn stem echoot onherkenbaar door de ruimte vlak boven het water. ‘Hierbeneden Help, help, help me dan! Ik ben hier! Haal me hier alsjeblieft uit!’ Plotseling begint de auto met een enorm kabaal te schuiven! Hij voelt hoe hij verder naar beneden zakt. Het water van de sloot stinkt naar rotte bladeren. ‘Help, wat doe je! Haal me eruit’. Weer klinkt zijn stem anders, hoger nu. Gelukkig is de auto weer tot stilstand gekomen.
‘Hallo,’ roept Hansen ‘help me hier uit alsjeblieft!’ Misschien is het iemand die net als hij teveel gedronken heeft na een avondje uit.
Hij hoort een tijdje niets. Wat doet hij nu? ‘Hallo, praat tegen me! Help me hieruit!’ Het licht flitst rond en plotseling schijnt het fel in zijn gezicht. Nu ziet hij pas hoe dicht het slootwater met de bruine bladeren langzaam vlak onder hem voortbeweegt als een gigantische voortkruipende slang.
25 Reacties
Mijn complimenten voor dit spannende verhaal,
goeie genade, als een film flitsen de woorden aan mij voorbij en voel ik de angst en de waanzin van het moedwillig, langzaam te water raken. Voorlopig zijn eenzame landwegen voor mij uit den boze…….!
Zoooo spannend.
Vooruit, hierbij voor jou een zetje om het vervolg van deze nachtmerrie te schrijven.
En de mijne. Professioneel, dit.
Dat krijg je van een billentik, wraak ☻
Hmmmmm het zindert maar ik betwijfel toch dat mijn voorganger het bij het rechte eind heeft…. volgens mij krijgt dit muisje een heel ander staartje dan waar het nu op lijkt…..
hier of in de mail?
Mag hier!
is niet handig voor de andere lezers toch?
Spannend, ik ben benieuwd!
is al onderweg 😉
ben benieuwd, dan kan ik de plot nog wijzigen! Haha!
ik krijg hem niet Melody!
Spannuuuund, ben benieuwd naar het vervolg!
Ja hoor, weer zo,n lekker spannend verhaal en natuurlijk weer wachten op vervolg en wie weet nog meer vervolgdelen, wat dat betreft blijft het ook spannend.!
O jee! Jouw vorige verhaal heb ik nog steeds niet gelezen vanwege tijdgebrek -het blijft wel staan -denk ik- dus mijn kansen zijn niet verkeken.
Deze ga ik volgen! Het eerste deel smaakt naar meer en ik heb weer tijd om bij te lezen 🙂
Ik hoop op een vette thriller want daar proeft het naar 🙂
Ok. That’s it. Jouw verhalen zijn te goed om niet in 1 ruk te kunnen uitlezen…ik denk dat ik ga wachten totdat je alle delen hebt gepubliceerd, mijn man en honden de deur uitstuur en dan ga genieten van het hele verhaal.
Fijn week Eric! XxX
Dan schiet eens op met je plannen te verwezelijken 😛
Serieus, ik begrijp het helemaal en voor mij weer een goede oefening in geduld. (zucht)
ehm…heb ik ergens deel 2 gemist?
Haha, ik word tijdelijk opgehouden door een paar cursussen. Ik hoop snel weer verder te kunnen Sonja!
Gelukkig! Succes met de leerstof!
Ik volg een cursus Reisjournalistiek, want die reisblogs van mij zijn onder de maat zoals je wel gelezen hebt (of niet) Sonja
eh nee…niet echt 🙂 Schiet het al wat op?
Deze week hoop ik, ongeduld!
Joehoeeeeeeeee leefde gij nog?
Hahaha, ben hard aan het werken
oke dan, ben ik weer gerustgesteld 😉
Dit begint op een thriller te lijken…steeds antwoorden maar geen schot in het verhaal…wie antwoordt er in jouw plaats? Een mens kan toch niet 24/7 alleen maar werken?? Laat van u horen!